Het menselijk geweten is een wonderlijk fenomeen. Het fungeert als een stopteken voor hen die zich in hun zoektocht naar macht, geld en geluk wat al te veel mogelijkheden denken te kunnen verkennen en vormt een sturend mechanisme voor hen die zich tegen beter weten in toch op het verkeerde pad hebben begeven. Het kent geen genade voor hun die haar bezitten en deelt haar zware straffen uit zonder zich te bekommeren om eventuele reeds door aardse rechters gedane uitspraken. Sinds het ongeval wordt de gewezen dronkaard elke nacht bezocht door een wederkerende droom, een droom waarin hij het ongeluk opnieuw beleeft.
Ook in zijn droom is hij aangeschoten, dronkener en joliger zelfs dan dat hij dat op het fatale moment in het echt was, maar in tegenstelling tot in de werkelijkheid is het in zijn droom geen oude van dagen die het leven laat door zijn laakbare rijgedrag, maar een jongetje van een jaar of vijf. En het jongetje in zijn droom brengt het er levend af; de doffe klap die de botsing met de bejaarde man in werkelijkheid gaf klinkt in zijn droom als een verre echo van een situatie die een aantal straten verderop plaatsvindt. Hij remt op tijd en het jongetje loopt, mopperend en boos kijkend naar die klunzige automobilist met zijn onverantwoorde rijstijl, met een oranje voetbal stevig in zijn armen geklemd, weer naar huis.
De droom heeft een enorme impact op zijn geestelijke gesteldheid, meer nog dan het werkelijke ongeval, meer dan het proces en de celstraf die hij ontvangen heeft. Het mag dan ook geen wonder heten dat zijn eerste gedicht een beschrijving wordt van deze droom, een beschrijving die, naarmate hij er meer tijd in steekt, steeds gedetailleerder en uitgebreider wordt, tot hij uiteindelijk een gedicht voor zich heeft liggen van welhaast epische proporties, een zestien A4-tjes durende cadans van afgunst, verlangen en spijt, een afschrikwekkend monument voor menselijk falen en lijden, onbeteugeld door literaire trucjes hoewel het ware poëziekenners ongetwijfeld zou lukken om na grondig bestuderen van de versregels in het nihilistische gekrabbel een primitief en gebroken rijmschema te herkennen.
De gevangenispsychiater raadt hem aan door te gaan met dichten, in het slechtste geval kan het weinig kwaad en het is zeer wel denkbaar dat er een ronduit positieve therapeutische werking vanuit zal gaan. Mogelijk kan hij op deze manier om leren gaan met de negatieve emoties die hem sinds het ongeluk beheersen en zal hij uiteindelijk, als hij weer op vrije voeten gesteld wordt, opnieuw een rol van betekenis in de samenleving kunnen gaan vervullen.
Hij negeert de psychiater min of meer, maar schrijft wel, nu hij zich toch maar zit te vervelen, er nog een paar honderd teksten bij.
Naast het schrijven van gedichten heeft hij, om de lange lege uren in de cel te doden, een nieuwe hobby opgedaan; het neuriën van zelfverzonnen melodieën. Om zijn geneuriëde melodieën te kunnen onthouden heeft hij een eigen muziekschrift ontwikkeld en met behulp hiervan de melodieën bij zijn teksten genoteerd. In de gevangenis was het niet toegestaan om een muziekinstrument te bezitten, maar dat heeft hem er niet van weerhouden om in ieder geval de theoretische kant van gitaarspelen onder de knie te krijgen. Binnen twee maanden na zijn vrijlating kan hij dan ook al redelijk gitaar spelen en heeft hij bovendien een afwisselend repertoire van meer dan tweehonderd liedjes. Hij gaat er mee aan het leuren en vindt al snel een platenmaatschappijtje in het oosten van het land bereid om een singeltje te persen van een van zijn liedjes, gebaseerd op zijn allereerste tekst, het gedicht over zijn wederkerende droom dat zo gedetailleerd, zij het enigszins verdraaid, omschrijft wat hij heeft meegemaakt.
Het nummer raakt een gevoelige snaar bij veel mensen en houdt zelfs voor een aantal weken de nummer één plaats in de vaderlandse hitparades bezet. De man is dolblij met het succes en neemt de beledigingen van het handjevol gekwetste jonge vaders en moeders met doodgereden kinderen tijdens zijn optredens in den lande op de koop toe, hierin voor de volle honderd procent gesteund door zijn manager die wel brood ziet in de zanger met zijn dramatische liederen.
‘Vergeet niet, Jantje,’ zo houdt deze hem voor, ‘deze mensen voelen zich werkelijk en wezenlijk gekwetst. Hun wonden waren amper genezen en nu worden ze opnieuw wreed opengereten door jouw lied. Maar hou ook dit in gedachten: hoeveel jonge vaders en moeders hoeven nu niet hun te vroeg gestorven nakroost te betreuren omdat jij, als vertolker van de mogelijk verschrikkelijke gevolgen van met drank op achter het stuur kruipen, alcoholisten hebt afgehouden van een dronken rit?’
Geef een reactie