Ik zit helemaal in carnavalssferen. Een goede reden om me, in navolging van de onnavolgbare Herman Brood – tenminste wat zijn podiumkunsten betreft – te buigen over een carnavalstekst.
Dit is ‘m. Tot nu toe dan, hij kan altijd nog veranderen hé.
Bollen en roesten (bier hier) er zijn politiekers en die doen een hele berg ze zien vluchtelingen komen en ze roepen: o, wat erg ze kijken en ze zeggen: kijk, dat lossen wij wel op maar ik zeg: hou toch op met al die leugens aan mijn kop want het kan mij de broek niet bollen het doet mij toch geen plezier het kan mij de broek niet bollen nee, dan drink ik liever bier er zijn politiekers en die zeggen: ga aan’t werk je bent nog lang geen tachtig, nee, je bent nog jong en sterk er zijn banen zat en je kunt best even bellen maar ik zeg: hou toch op met leugens te vertellen want het zal mij aan m’n reet gaan roesten het doet mij toch geen plezier het zal mij aan m’n reet gaan roesten nee, dan drink ik liever bier dan drink ik liever bier bier hier bier hier bier hier bier hier geef mij maar bier
Mocht u denken, dit is niet echt een carnavalstekst, bedenk dan ook dit: voor mij is dit tot nu toe de meest geslaagde poging in deze richting. Eerdere pogingen als ‘Condooms en carnaval’ en ‘Liever een kleine’ konden niet op veel begrip en al helemaal niet op bijval rekenen. Niet dat ik dat bij deze tekst verwacht, maar toch, ik vond hem de ‘moeite’ van het plaatsen waard. Ik zoek die andere teksten nog wel eens op als ik zin heb.
Maar wat ik daar nou meer wou zeggen, zo ziet u maar weer. Wat voor de één een mislukking is, is voor de ander een overwinning.
Vanochtend op de fiets bedacht, deze tekst. Had ik er nog niet bij vermeld en is wellicht ook helemaal niet interessant. Maar nu heb ik het toch vermeld.
Geef een reactie